Preek 16de zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Jeremia 23, 1-6
Evangelie: Marcus 6, 30-34
De leerlingen zijn net teruggekomen van een soort stage. Verleden week hoorden we hoe ze door Jezus twee aan twee werden uitgezonden. Ze moesten de leerschool van het leven leren kennen en ervaren hoe het is om het Rijk van God te verkondigen. Nu komen de leerlingen bij Jezus verslag uitbrengen en blijken dringend aan wat rust toe te zijn, ‘want er kwamen zoveel mensen, dat ze geen tijd hadden om te eten’.
In een dergelijke situatie heb je beslist recht op vakantie in een rustige omgeving, ver van alle drukte. Maar het lukt niet, de mensen weten hen eerder te vinden als dat ze zijn aangekomen met de boot. Nu zou je verwachten dat Jezus ze wegstuurt, om zijn apostelen eindelijk rust te gunnen. Gesloten wegens vakantie! Dat doet Hij niet. De reden staat er meteen bij: ‘Hij had zeer met hen te doen’. Dus moest ook de welverdiende vakantie wijken. Jezus begint hen uitvoerig te onderrichten. De mensen krijgen blijkbaar niet genoeg van zijn woorden. Ze hebben natuurlijk ook gehoord van de wonderen. Dat trekt massa’s mensen aan.
Waarom is Jezus eigenlijk gekomen? Wat drijft Hem? Medelijden? De miniseries van al die mensen grijpt Hem sterk aan. Dat wordt in het evangelie op tal van manieren gezegd. ‘De mensen zijn als schapen zonder herder, Hij is gekomen om hen te genezen wat ziek is en te redden wat verloren dreigt te gaan’.
Heel anders is het met de koningen uit de eerste lezing. Namens God klaagt Jeremia de koningen aan. In plaats van recht te doen aan het volk, hebben ze het uitgebuit. In plaats van ze te beschermen, is het volk afgevoerd in ballingschap. In plaats van rust en vrede, hebben de koningen alleen oorlog en hebzucht gebracht. God is het zat, van nu af aan zal God zelf voor zijn volk gaan zorgen. Er zal een nieuwe koning komen, een afstammeling van David. Een koning die omziet naar zijn volk, luistert, geneest, bijeen brengt, troost, bevrijdt en zich met al zijn krachten inzet.
Wij kennen die afstammeling, Hij draagt de naam Jezus Christus, geboren in Betlehem, op gegroeid in Nazareth en woonachtig in Kafarnaüm. Al zijn tijd, al zijn energie, zijn beste krachten en uiteindelijk ook zijn leven, zal Hij inzetten voor de heelwording van mensen.
Zo was het in de tijd van Jezus. En sindsdien is er niet veel veranderd. Het geloof brengt ons bij Iemand die onweerstaanbaar door het leed en de nood van mensen gegrepen wordt. Iemand die daarvoor al het andere laat vallen. Geloof is een kwestie van honger en dorst en van Iemand die al zijn tijd opoffert, opdat wij zouden leven.
Velen van ons hebben nu vakantie, ook de paus. Staat dat op gespannen voet met het evangelie, nee. Want elders staat: ‘De arbeider is zijn loon waard’. Wie hard werkt mag ook rusten, maar als het geluk van de naaste in het geding is, ja dan moet de vakantie toch maar even wachten. Ja toch! En zo doen wij dat toch ook?
Amen
Gevonden op: biblelessonsite.org
Marcus 6, 30-34
Tegen de Koningen
Wee de herders die de schapen van mijn weiden in het verderf storten en laten verdwalen - spreekt de Heer. Daarom - dit zegt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: Jullie hebben mijn schapen verjaagd en laten verdwalen, en jullie zijn ze niet gaan zoeken. Daarom ga ik jullie zoeken: ik zal jullie straffen voor je kwalijke praktijken - spreekt de Heer. Wat er nog van de schapen over is, zal ik bijeenbrengen uit alle landen waarheen ik ze verjaagd heb. Ik breng ze terug naar hun weide, ze zullen vruchtbaar zijn en in aantal toenemen. Ik zal herders over ze aanstellen die ze zo zullen hoeden dat ze geen angst meer kennen en er niet één meer zal worden gemist - spreekt de Heer. De dag zal komen - spreekt de Heer - dat ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat ontspruiten, die als koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven. Dan wordt Juda verlost en zal Israël in vrede leven. Zijn naam zal zijn “De Heer is onze gerechtigheid”?.
Jezus geeft vijfduizend mensen te eten
De apostelen kwamen terug bij Jezus, en ze vertelden Hem alles wat ze hadden gedaan en hoe ze onderricht gegeven hadden. Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en wat uit te rusten.’ Want er kwamen en gingen zoveel mensen, dat ze niet eens de gelegenheid hadden om te eten. Ze gingen in de boot weg naar een eenzame plaats om alleen te zijn. Men zag hen weggaan en velen herkenden hen. Uit alle steden haastten ze zich te voet daarheen en kwamen er eerder aan dan zij. Toen Hij van boord ging, zag Hij een grote menigte, en Hij had zeer met hen te doen, omdat ze als schapen zonder herder waren, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal