Preek 6de zondag van het jaar, C
Eerste lezing: Jeremia 17, 5-8
Evangelie: Lucas 6, 17. 20-26
Beste medegelovigen, als je vroeger het telefoongesprek begon, klonk het steevast “met wie spreek ik?” Tegenwoordig hoor je meestal “Waar ben je?” “Ik sta in de vertraagde Intercity bij Eindhoven” of “in de file bij Tilburg”. Het maakt iets uit waar je zit of staat. Je gesprekspartner wil het graag weten.
En de evangelist Lucas zegt het ons vandaag nadrukkelijk. Jezus daalde de berg af. Hij bleef staan op een vlak terrein en dat zegt hij natuurlijk niet zomaar. Hij bedoelt er iets mee om dat te vermelden. Hij wil namelijk niet boven op de berg blijven en als een nieuwe Mozes zijn woord doen. Hij wil naar beneden. Hij wil tussen de mensen zijn. Daar waar de mensen in grote getale aanwezig zijn en sommigen met een beroerde levenssituatie.
Lucas heeft van Jezus vooral begrepen dat hij opkomt voor de armen en voor degenen die niet in tel zijn. In de Joodse taal, in het Hebreeuws, is het woord voor arm Anna Wim, wat letterlijk betekent zij die gebogen zijn. Zij die gebukt gaan. Zij die gebukt gaan onder verdriet, lijden, tegenslagen, mislukkingen. En beneden aangekomen kijkt Jezus zijn leerlingen aan en hij spreekt hen toe. Het zijn gedachten die hem overvallen bij het aankijken van zijn leerlingen en hij voorziet wat er later zal gebeuren, namelijk dat zij terecht zullen komen in dezelfde situatie als hij.
Als Lucas zijn evangelies schrijft, omstreeks het jaar tachtig, dan is dat een feit namelijk de eerste christenen die worden geweerd uit de rangen van de grootte der aarde, gediscrimineerd, vervolgd, naar afgelegen mijnen gestuurd om er dwangarbeid te verrichten en voor de wilde dieren geworpen te worden.
Jezus prijst zalig, gelukkig, vier keer en vier keer horen wij het tegenovergestelde We U. Hij heeft het over het Godsrijk. Dat is iets anders dan de gewone wereld. In Godsrijk zijn wetten, waarden, normen radicaal tegengesteld aan die welke gangbaar zijn in de gewone mensenwereld. Als hij zijn leerlingen aankijkt gunt hij hen een blik in zijn diepste ik, de reden van zijn bestaan en handelen. Hij zegt als je arm bent, honger leidt, verdriet hebt, uitgesloten wordt, is er toch nog uitzicht. Maar als je denkt dat je alles al hebt, dat er verder niets is wat waarde heeft of waar je naar kunt uitkijken, dan ben je pas te beklagen.
Er is veel aandacht, vroeger en nu, voor degenen die vooraan staan. Voor de eerste, de beste, de succesvolste. Daar is aandacht voor. En Jezus doorbreekt dat denken. De bekende Nederlandse priester Henri Nouwen, die heel veel gepubliceerd heeft, en heel veel lezingen heeft gegeven, die verwoord in een van zijn boeken: Ik wil je schrijven over de liefde van God die in Jezus zichtbaar is geworden.
Hoe is die liefde door Jezus zichtbaar gemaakt in de afdalende weg. God is afgedaald tot ons mensen om met ons mens te worden. Alles in mij wil omhoog. Het moet beter, eerder, luxueuzer, fijner, mooier. Alles in mij wil omhoog. Tevredenheid met wat er is, dat kent niet iedereen. Alles in mij wil omhoog maar dat gaat regelrecht in tegen mijn spontane neigingen, tegen de wensen van mijn sociale omgeving, tegen de cultuur waarin ik leef. Jezus koos die afdalende weg niet ‘één keer maar telkens opnieuw, op ieder kritisch moment van Zijn leven, zocht Hij bewust de weg omlaag. En we mogen ons afvragen hoe is dat nu bij ons? Zijn onze gedachten, onze gevoelens, onze meningen het allerbelangrijkste? Of kunnen we een stapje terug doen, de ander voor laten gaan of moet onze wil, onze gedachten, onze gevoelens, moeten die victorie kraaien? Hoe zit dat bij ons aan?
Amen
Kunstenaar: Onvermeld
Afmetingen: 18 x 12 cm
Datum: 1294
Te bezichtigen in Bibliothèque nationale de France, Parijs,
Illuminatie, werk van een anonieme kunstenaar. Jezus zit op een berg, omringd door zijn twaalf discipelen met elk een boek in hun handen. Aan hun voeten luisteren getrouwen naar de Bergrede. Onder hen is een vrouw in een goudkleurig gewaad.
Het werk is duidelijk gemaakt in de stijl van de gotiek, gezien al de pinakels op het bouwwerk in de achtergrond.
De schildering maakt deel uit (folio 53v) van een verlucht manuscript bekend als La Somme le Roi, geschreven door broeder Laurent (of Lorens) uit Orléans. De titel betekent zoiets als "Onderzoek voor een koning"; het boek was een stichtelijk werk over deugden. Alleen al in het Frans zijn er meer dan honderd manuscripten gemaakt met de tekst.
(Gevonden op en tekst van: www.Statenvertaling.net)
Vier spreuken
Zo spreekt de heer: ‘Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt, die steunt op een schepsel en zich afkeert van de heer. Hij is een kale struik in de steppe; nooit krijgt hij regen. Hij staat op dorre woestijngrond in een onvruchtbaar, verlaten gebied. Gezegend is hij die op de heer vertrouwt, en zich veilig weet bij Hem. Hij is een boom aan een rivier met wortels tot in het water. Hij heeft geen last van de hitte, zijn bladeren blijven groen. Een tijd van droogte deert hem niet, hij blijft vrucht dragen.
Toespraak tot de leerlingen en het volk
Hij richtte het oog op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig de armen, voor jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig die nu honger hebben, jullie zullen volop te eten hebben. Gelukkig die nu huilen, jullie zullen lachen. Gelukkig zijn jullie als de mensen je haten, als ze je buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen omwille van de Mensenzoon; dans die dag van blijdschap, want, vergeet niet, in de hemel wacht jullie een rijke beloning. Hetzelfde deden hun voorvaders immers met de profeten. Maar wee jullie, rijken, je hebt je troost al binnen. Wee jullie die nu voldaan zijn, je zult honger hebben. Wee die nu lachen, jullie zullen rouwen en huilen. Wee als alle mensen lovend over je spreken. Hetzelfde deden hun voorvaders immers met de valse profeten.
Rijstactie Stichting Harapan start 28 februari
De Digidulfke uitgave februari 2025 is uit
Kerstboodschap 2024 Mgr. Gerard de Korte
Diakenwijding van Berend van de Berg
Veranderingen in het team van pastores